Statische energie
stijgt als warme lucht langs haar gezicht,
De lucht reflecteert
de sterren dwars door de snerende stralen,
Kaarslicht die haar
wangen en lippen vanuit mijn ooghoek verlicht.
Elke centimeter
kamer en alles wat zich daarin begeeft is gevuld met een gloed van
warmte,
Maar de kamer
gekrompen,
De ruimte wil
imploderen.
Alleen haar lichaam
verdomt mee te krimpen,
Met als gevolg dat
haar lichaam de gloed van de kamer als een concentratie van lava tot
zich neemt.
Het laatste beetje
overgebleven ruimte is echter onzichtbaar gemaakt,
Die doet er niet
meer toe,
Het zit slechts vast
aan die ene centimeter ruimte tussen mij en de lijnen van haar wangen
welke langs haar open ademloze lippen lopen.
Er is hier geen
plaats voor de trouwe heer van steun,
Er is geen ruimte om
zijn bescheidenheid te stallen.
Met hem verdwenen
zijn zorgen,
Als een ondergaande
zon die smelt in een horizon van sneeuw.
De wereld is
verdwenen,
De heer is
verdwenen,
De stijgende lucht
tussen mij en haar lippen snakt voor haar in stilte,
Alleen beesten
kunnen ademen op haar gehijg,
Jij hier?
In mijn verborgen
centimeters kleine rommel ruimte,
Met kachels van
lava,
Waar ik de baas ben,
Waar alleen
comfortabel geademd word als je verblind bent door de benauwde geur
van bestemming,
De inspanning welke
komen gaat.
Afgesloten van de
rest van de wereld,
Deze is verdwenen.
Jij voedt mij je
adem,
Dit is het….
Jij bent in mijn
territorium,
Jij bent van mij…….
Geen opmerkingen:
Een reactie posten