11-10-2017

Bruine traan


Bruine traan,
Prachtig en puur verkleurd verroest,

Ik til de zacht katoenen doek langzaam omhoog,
Getrokken door de gloed van levendige jeugdzaamheid,

Na gewaardeerd en met oprecht plezierig geluk ontvangen te worden,
Ontvlamt het steenkool al krijsend van pijn bij het te worden blootgesteld aan daglicht,

Het tracht uit elkaar te vallen tot vervliegbaar as,
Om ontraakbaar te kunnen verdwijnen.

Vrezend voor mijn eigen bestaan uit angst dat mijn angstzweet herrijzing zal doven,
En mijn wens en toeverlaat doet vervliegen,

In afwachting toekijkend op de mooiste traan,
Of verlatenheid.

Sta op,
Herrijs,

Ik wacht op jou,
En blijf bij mij,
Voor altijd,

Jij,

Waar ik zo van droom

Territorium een bendig


Statische energie stijgt als warme lucht langs haar gezicht,
De lucht reflecteert de sterren dwars door de snerende stralen,

Kaarslicht die haar wangen en lippen vanuit mijn ooghoek verlicht.
Elke centimeter kamer en alles wat zich daarin begeeft is gevuld met een gloed van warmte,

Maar de kamer gekrompen,
De ruimte wil imploderen.

Alleen haar lichaam verdomt mee te krimpen,
Met als gevolg dat haar lichaam de gloed van de kamer als een concentratie van lava tot zich neemt.

Het laatste beetje overgebleven ruimte is echter onzichtbaar gemaakt,
Die doet er niet meer toe,

Het zit slechts vast aan die ene centimeter ruimte tussen mij en de lijnen van haar wangen welke langs haar open ademloze lippen lopen.

Er is hier geen plaats voor de trouwe heer van steun,
Er is geen ruimte om zijn bescheidenheid te stallen.

Met hem verdwenen zijn zorgen,
Als een ondergaande zon die smelt in een horizon van sneeuw.

De wereld is verdwenen,
De heer is verdwenen,

De stijgende lucht tussen mij en haar lippen snakt voor haar in stilte,
Alleen beesten kunnen ademen op haar gehijg,

Jij hier?
In mijn verborgen centimeters kleine rommel ruimte,

Met kachels van lava,
Waar ik de baas ben,

Waar alleen comfortabel geademd word als je verblind bent door de benauwde geur van bestemming,
De inspanning welke komen gaat.

Afgesloten van de rest van de wereld,
Deze is verdwenen.

Jij voedt mij je adem,

Dit is het….
Jij bent in mijn territorium,


Jij bent van mij…….

07-10-2017

Verdwenen


Waar ben jij,
En ik dan?

Jij bent verdwenen,
Verstopt misschien.

Doet er niet toe,
Niet bereikbaar,

Geen botsingen,
Alleen luchtverplaatsing.

Onvatbaar vluchtig,
Ontvlambaar woekerende geest,

Nooit geweest,
Herhalen van de toekomst,

De wind waait weg,
Losgelaten,

Op zoek,
Naar een mij die niet bestaat.

Uitgeblust of uitgedoofd,
Doet er niet toe,

Ik voel mij alleen,
Want ik besta niet.

Hoi oude bekende,
Zullen we samen dan weer verder?

Ik vind wel weer iets.
Want daar op het bruine pad,

Is meer dan niets,
Meer dan een geestje dat mij vergat.

15-06-2016

Bestaans rechtszaak

Dwars door de grond gezakt,
Hooft verlies,

Tot onder het verdwenen vervlakt,
Dalend naar het niets,

Minder dan hellenstorm,
gemarteld in de monsters dorm,

Alleen te bezichtigen door onschuldigen,
Die doofpotten groots onthuldegen.

19-05-2016

Oorlog van zijde linnen


groene helmen,
Blauwe ogen,

Zonder pappa zal er nooit vergelding zijn,
Jou blauwe oog voor de glanzend groene hare,

En zal jullie afschuw de goedheid de toekomst gaan dragen,
Want Trots heeft een drager nodig om lafheid te overwinnen,
En kan de rust terugkeren nadat alles is verloren,

En wanneer je dan later groot bent en zelf moet kiezen,
Na een leven lang gedwongen opkijkend tegen een harde muur van ondragelijk respect,

Je op een dag wakker schrikt uit een droom,
Omdat je beseft dat je nooit groene ogen zult hebben,

En vergelding het enige is dat nog berust.

05-05-2016

Doet er niet toe

HELP!

HELP!
 
HELP!

HELP!

HELP! 


05-04-2016

Verdwenen sporen

Ze liggen er nog in hun afwezigheid,
Ontbreken aan lopen is mijn verwijt,

Langs al het groen,
Stilletjes niets doen,

Over het ruwe koper,
Waar is die loper?

Opengaan doet het nooit,
Gesloten in de sigaretten rook,

In de stilte,
Met muziek op,

In de kou,
Met al die vreemden,

Op het station komt de trein aan,
Nooit op tijd maar zelden een probleem,

Hij gaat toch niet waar ik naartoe wil,
Want de trein met de juiste bestemming mis ik iedere dag weer,

Vandaag,
Morgen,

Volgend jaar,
En die daarop volgend,

Heeft deze trein überhaupt ooit bestaan,
Of ben ik gewoon het spoor bijster?

Hoe mis je een trein dat nooit gereden heeft?
Proef ik echt een spoor die er ooit gelegen heeft?

Ja bitter,
Roestig,

Ik kan hem alleen niet zien omdat het spoor is verdwenen,
Dezelfde route lopen langs zijn vervaagde afdruk zal ik niet doen,

Niet morgen,
Niet volgend jaar,

Zelfs al zal het verdwenen spoor wellicht nooit verdwijnen,
Ik zal in stilte blijven zwijgen op het station,

Want de trein is al vertrokken.

God

Steun zit in het niets,
Steun zit in een moment,

Steun zit in een traan,
Steun zal geen pijn doen laten vergaan,

Maar dat in een lege stille kamer als deze,
In je diepe zelf gezeteld en kwetsbaar geraakt,

En de ontmoeting van zijn aanwezigheid vol warmte aanvaard,

Dan zou je kunnen voelen,
Hier in in deze stille lege kamer,

Voor heel even,
En toch voor altijd,

Dat je er nooit alleen voor staat.

28-12-2015

Lijnen in de volle niets

Verdwijn zonder mij,
Verdwijn allemaal,

Verdwijn alles,
Verdwijn alsof er niets is gebeurt,

Verdwijn het verdwijnen,
Verdwijn het ondermijnen,



Ik verdwijn.

22-10-2015

Weer zin hebben in een grensgeval

glimmende ogen,

Veel gesproken,
Vast met losse touwtjes,

Zeker over het onzekere,
Zou dit weer glijden zijn?

Ik doe het zo enorm graag,
Zou het daarom zo vernietigend zijn?

Ik moet het hebben,
Ik wil het hebben,

En toch ben ik het doelwit,
Dat zie ik, dus kijk me niet aan,

Met die glimmende ogen.

26-09-2015

Ongehoord

De mening van de oren,
Ontkenning van je horen,

Realiteit dat schreeuwt,
De enkeling zonder macht bedeeld,

Waanzin dat zich verlaagt,
Naar diegenen door welke je word uitdaagt.

Aannames die tot de fantasie verbeelden,
Oorverdoving die niemand met je deelden,

Aanvaarding is het enige dat rust,
Al zit de rust nooit stil want :

Het is ongehoord dat het is ongehoord.

09-08-2015

Gescheiden zaad

Hij die daar niet was,
Opving wat ik niet las,

gescheiden van elkaar,
Voelend wat ik niet ervaar.

Hoe heeft hij dat gedaan?
Waarom is hij nooit vergaan?

Maar nu ben je hier,
En zie ik ook plezier,

Wie weet zullen we ooit samen zijn,
En is ons gedeelde pijn dan klein,

Als ik mijn eigen weg heb gevonden,
Om te vergeven voor alle zonden.

04-08-2015

Afstand

Velen hadden mij lief.

Van een afstand die ik niet kende,
Mij daarom nooit zouden schenden.

De stille nacht die door hun hoofden stormen,
Hopend op een nacht die hun verdere leven zou vormen,

Opgevangen in gemoedzaligheid en rust,
Schijnveiligheid dat nooit berust.

Want zoals ik hun nooit zal kennen,
Mis ik haar zoveel, dat ik dat nooit zal bekennen.

Mijn hooft in de nachtstorm,
Vannacht mis ik jou, vooral voor de vorm.

Ik had haar lief,

Op een afstand die zij nooit zou kennen,
Een afstand die ik nooit ga schenden.

03-08-2015

Wachten

De tijd tot stilte is geslagen,
Wachtend op de storm die ons komt belagen,

Stille wateren en toch zeeziek,
De kapitein fluistert zijn laatste lied,

Offer voor de zeegodin, een mooi verhaal,
Maar een doodsteek voor ieders moraal.

02-08-2015

Dichtbij

Dichtbij,
alsof ik je trui draag.

Zijde zacht,
alsof het er niet is.

Neen niet naakt,
maar als een warme cape.

Draag jezelf aan mijn rug,
of doe het niet,

Het maakt niet uit,
je staat toch achter me.

Hart van mij, die toevallig twee eigen benen heeft,
waar ga jij met mijn tweelingzus naartoe?

Och dat weet ik eigenlijk wel,
jullie eigen weg natuurlijk.

ga waar jullie niet zonder kunnen,
maar kom dan weer bij me terug.

Vertel me hoe het daar was,
ik ontvang je met alle liefde, al ben je nooit echt weggeweest.

Want kwijtraken doe ik je nooit,
al zit je niet aan mij vast.

Want echt dat ben jij,
Wij allebei,

Zo dichtbij,
Zo dichtbij,

01-08-2015

Dictator Hoop

De dagelijkse herhaling, zonder verklaring,

Van god, Van het leven,
Onrustig door het streven,

In strenge winters van baldadige wensen,
In stromen van lusten zonder enige grenzen,

De stichter van dictatuur hoop,
Een pijnloze operatie, maar verwijdert nooit de knoop.

Één in de ziel van zijn,
Want dingen doen, dat is fijn.

Karikatuur van de knipoog

De wereld is boos op mij,
Zij aan zij met al hun schietgerei.

Ze stopt mij in een doos,
Puur karakterloos,

Dat is wat ze zeggen,
Als ze over mij overleggen.

Zonder enig pardon.
Bruggen bouwen vind men stom.

Dat kost moeite en is een spiegel,
Wel spelletjes spelen maar zonder gegiechel.

Wat is daar nu leuk aan,
Zo meelopen met de karavaan?

Terugtrekken kan ik niet meer, daarvoor is het nu te laat,
Het leven blijven vieren is waar het alleen nog maar om gaat.

Karakterloos,
Want zij zijn boos.

26-07-2015

Boom..... (Deel: 1)

Kletterend geluid van bronwater,
Kletterend geluid van keukengerei,

Het maakt mij niet uit,
Het kan toch niet in mijn hout snijden,

Een mooi hout gesneden beeldhouwwerkje,
Terug in zijn originele blokje hout,

Tijd om weer te groeien,
Maar nu nog even niet.

11-07-2015

Vijand van onschendbaar vuur

Ik heb iets aanschouwd dat niemand mocht zien,
Een pakt met de duivel is wat ik verdien,

Maar makkelijk is dat niet,
Veel pijn en verdriet,

Onverwachts liet de Duitse herder los,
Zonder brood toe ben ik alsnog de klos,

Branden is dus wat ik doe,
Voor een zonde,
Die niemand aankondigde.

06-07-2015

Cel van onafbreekbaar rubber

Wat niet mag is nooit gedaan,
Lamlendig is dat bestaan,

Hetgeen wat met jou breekt,
Wat zelden nog spreekt,

Alleen de boze galmen van je ouderlijk huis,
Zelfs in je nieuwe thuis.

Verdwijnen doet het nooit,
Dus zorg er voor,

Dat je het nooit meer verklooit.